In het begin zit de activator soms strak in je mond. Na een paar dagen zal je merken dat hij losser gaat zitten. Wanneer je dichtbijt gaat dat op een heel andere manier dan je voorheen gewend was. Ook slikken en praten gaat anders. Je zult echt even aan de activator moeten wennen.
Veel patiënten hebben in het begin last van:
-
Gevoelige tanden
-
Veel speeksel
-
Slissen met praten
-
Moe gevoel in de kauwspieren
-
Blaartjes op het tandvlees
Meestal duren deze klachten niet lang, als er een week na het plaatsen nog steeds klachten zijn, moet je even een afspraak maken. Als er zere plekken ontstaan achter je ondersnijtanden of onder je tong moet er iets van de activator afgeslepen worden. Het kan ook voorkomen dat de activator ’s nachts uit je mond valt. Dit gaat meestal vanzelf na een paar dagen beter.
Het slijmvlies van je wang, lippen en tong kan geïrriteerd raken, hetgeen na een paar dagen meestal vanzelf weggaat. Het scherpe gevoel kun je ook wegnemen door op die plaats waar de beugel last veroorzaakt er een beetje was tegenaan te drukken.
Zorg dat je de activator goed schoonhoudt. Maak hem elke dag schoon met een borstel en tandpasta en spoel hem af met water. Komt er toch hardnekkige aanslag op dan kun je een keer bruistabletten gebruiken of de activator een halve dag in een bakje met lauwe azijn leggen.
Een activator is niet bedoeld om mee te spelen. Dat is schadelijk voor je tanden en kan leiden tot breuk van de draden of de kunsthars.
Zorg dat je de activator goed opbergt wanneer je hem niet draagt. Je kunt daarvoor een plastic doosje gebruiken met een dekseltje.